Bijzondere hoeden op Prinsjesdag

De hoedjesparade op Prinsjesdag is een traditie dat al sinds rond de jaren zeventig wordt voortgezet. Door de jaren heen zijn er al heel veel bijzondere, opmerkelijke en unieke hoeden verschenen op het Binnenhof. De hoeden, verschillend in vorm en kleur, van roze tot hoed zwart, zijn namelijk steeds extremer geworden door de jaren heen en ze worden soms ook gebruikt om allerlei politieke statements te maken.

Het begin

Het Koninklijk Besluit rondom de kledingvoorschriften op Prinsjesdag waren duidelijk, het bestond namelijk uit een vastgesteld kostuum van ambtskleding voor ministers en kamerleden. Het was een groot kostuum, met verplichte steek als hoed en een degen als ceremonieel wapen.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de verschijning versomberd. Het vastgestelde kostuum verloor zijn officiële positie en werd langzaamaan steeds minder gedragen. Daarnaast werden er ook steeds meer vrouwen werkzaam in de politiek en voor hen was er geen kostuum vastgesteld.

Het was de latere staatssecretaris Erica Tempstra van de VVD die in 1977 als eerste een hoed droeg op Prinsjesdag. Dit deed ze niet alleen als eerbetoon aan een van de voormalige koninginnen van Nederland, maar ook tegen de grijze massa op het Binnenhof. Daarna werd het gedaan door steeds meer vrouwelijke politici. De hoeden die op Prinsjesdag worden gedragen worden vaak ontworpen voor de gelegenheid.

Politieke statements

Sinds de herintroductie worden de hoeden ook ingezet als instrumenten voor politieke statements, waar voorheen de hoed meestal werd afgestemd op de kleuren van de partij waartoe de politica behoorde. Doordat de hoeden effectieve manieren zijn om aandacht te vragen voor een eigen politieke agenda, zijn er al veel bijzondere hoeden geweest. Eén van de bijzonderste was die van Krista van Velzen van de SP. In 2005 droeg zij een grote hoed zwart van acht kilo, bestaande uit dikke autobanden. Met deze hoed wilde zij aandacht vragen voor haar beleid tegen het gebruik van asfalt.